Individueel verslag | Iris Heemskerk | 0865558

Ontwerpoplossingen buiten het verwachtingspatroon van de briefing bedenken.

Nadat ik de briefing voor het eerst hoorde, had ik het idee dat het een redelijk omlijnde opdracht was. Om deze reden wilde ik goede inzichten uit het onderzoek halen. Ik hoopte dat we inzichten uit de doelgroep kregen waar wij ons concept op konden baseren. In het begin van ons onderzoek hadden we deskresearch gedaan. Dit deden we om wat basis informatie te verzamelen. Daarna wilden we graag fieldresearch doen. We wisten alleen nog niet precies op welke manier we deze wilde uitvoeren. Om tot een goede keuze te komen, hadden we een afspraak gemaakt met Ruth Delfgaauw. Zij zou ons advies kunnen geven over het uitvoeren van het fieldresearch. Uiteindelijk hadden we in overleg met Ruth en het hele team ervoor gekozen om een online probe uit te zetten. We dachten dat dit de manier was om de meest interessante inzichten te verkrijgen binnen het tijdsbestek wat we ter beschikking hadden. Voor deze probe hadden we een Facebook groep aangemaakt. In deze groep zouden we verhalen plaatsen om te kijken hoe men erop zou reageren. We zouden er ook vragen stellen om informatie en inzichten te verzamelen. Voor deze groep hebben we Rotterdammers uit verschillende leeftijdsgroepen uitgenodigd. Op deze manier zouden we ook inzicht krijgen in de verschillende leeftijdsgroepen. Ik kwam er echter al snel achter dat er niet echt op de verhalen werd gereageerd. Ik besloot om vragen te stellen in de vorm van een poll. Het leek me dat dit een laagdrempelige manier was om informatie door te geven. Er werd inderdaad wel goed op de poll berichten gereageerd. De poll werd ingevuld, dus we hadden daar wat basis informatie verzameld. Ik vond echter dat deze inzichten nog niet diepliggend genoeg was om te gebruiken voor ons concept. De probe leverde niet de gewenste resultaten op. Ik besloot om het anders aan te pakken. Ik begon de respondenten die hadden gereageerd persoonlijk aan te spreken door ze in het bericht te taggen en te vragen waarom ze voor die specifieke keuze hadden gekozen. Ik reageerde dus op de eerdere geplaatste reacties om tot diepere inzichten te komen. Dit werkte, men begon meer informatie te geven op het moment dat ik ze persoonlijk aansprak.

 

Schermafbeelding 2015-05-28 om 09.23.12

Schermafbeelding 2015-05-28 om 09.23.20

 

 

 

 

 

Door de vraag die ik had gesteld, kwamen we tot het inzicht dat men een plek mist waar alle leuke, kleine evenementen bij elkaar staan. Men gaf aan dat ze de grote evenementen altijd wel wisten te vinden, maar dat ze de kleine evenementen vaak misschien nog wel leuker vinden.

 

Schermafbeelding 2015-05-28 om 09.33.41

 

 

 

 

 

Hier had Wendy de vraag gesteld wanneer men hun telefoon pakt. Respondent Kristy Schaddelee reageerde met het feit dat ze haar telefoon (te) vaak pakte. Ik vond echter dat we daar nog niet echt wat aan hadden, dus ik besloot om te vragen naar de reden waarom ze haar telefoon dan pakt. Door haar te taggen reageerde ze ook weer op mijn vraag.

 

Tijdens het brainstormen voor een concept heb ik constant deze inzichten erbij gehouden. Uiteindelijk is ons concept hierop gebaseerd en hebben we de briefing en het concept net anders kunnen insteken.

 

 

Verkregen inzichten vertalen naar relevante ontwerprichtlijnen.

Naar aanleiding van het onderzoek wat we met zijn allen hebben uitgevoerd, waren een aantal richtlijnen het belangrijkst. We moesten ons focussen op de minder bekendere en kleinere evenementen. Het verhaal moest ook door middel van foto’s, video’s en/of muziek worden verteld. De oplossing moet kunnen inspelen op de verveling van de gebruikers. Verder moet de oplossing vooral inspelen op positieve en persoonlijke verhalen.

 

Uiteindelijk zijn er veel van deze richtlijnen toegepast in ons concept en in ons ontwerp. Ons concept speelt in op de kleinere evenementen en gebeurtenissen, omdat dit hetgeen is waarmee Open Rotterdam zich ook kan onderscheiden van anderen en omdat uit ons onderzoek is gebleken dat men deze graag op één plek zou willen zien. Ook kan men verschillende mediabestanden bij het evenement stoppen. De app speelt in op de verveling van gebruikers, door duidelijk te maken welke evenementen er op dit moment bezig zijn. Hij kan dan eventueel bepalen om naar dat evenement toe te gaan. Als laatste speelt de oplossing in op de positieve verhalen en evenementen. In de app spelen we redelijk in op de persoonlijke verhalen. Het is er niet op gefocust, maar men kan in de reacties wel zijn ervaringen en meningen delen. Op deze manier weten anderen ook snel of het de moeite waard is om naar het evenement te gaan.

 

 

Verbeelden van de best passende oplossing in een interactief ontwerp.

Ik had tijdens dit project de rol van interaction designer. Tijdens het maken van het interactieve ontwerp heb ik vooral in de gaten gehouden dat de gebruiker de evenementen zo snel mogelijk kan vinden. Verder heb ik ervoor gekozen om de evenementen op twee verschillende manieren weer te geven. De gebruiker kan de evenementen vinden op basis van locaties of in een overzicht. Hier heb ik voor gekozen, omdat de gebruiker dan kan kiezen om alleen de evenementen bij hem in de buurt te bekijken. In het overzicht kan de gebruiker direct een foto en de titel van het evenement zien. Op deze manier kan hij snel zien of het evenement hem leuk lijkt.
locatie

 

 

 

 

 

 

 

Verder heb ik het onderscheid tussen de evenementen die nu gebeuren, nog moeten gebeuren en al geweest zijn duidelijk gemaakt door in het locatie scherm met kleuren te werken. In de wireframes is dit alleen gedaan door verschillende tinten grijs, omdat Saskia later met de echte kleuren aan de slag zou gaan. Op het overzichtsscherm is dit onderscheid duidelijk gemaakt door kleur en tekst. Wat betreft de overzichtspagina, heb ik verschillende manieren geprobeerd om dit overzicht weer te geven. De eerste optie was een lijst met de verschillende elementen. Hier staat links een foto, in het midden de titel en rechts of het evenement happening, happened of will happen is. Bij de tweede optie zijn het twee kolommen naast elkaar. In deze kolommen staat er in elk blokje een afbeelding met daaronder een blokje met de kleur en happening, happened of will happen erin. Daaronder staat dan de titel van het evenement.

 

overzicht_optie_1overzicht_optie_2

 

 

 

 

 

 

 

Uiteindelijk ben ik voor de tweede optie gegaan. Ik heb hier allereerst voor gekozen omdat hier de foto’s groter worden weergegeven, waardoor de pagina inspirerender wordt. De foto is leidend. Dit ten opzichte van de eerste optie, waar de titel leidend is. Uit ons onderzoek kwam dat men een foto meer vinden zeggen dan 1000 woorden, dus vandaar deze keuze. Daarbij kwam ook dat de huidige app van Open Rotterdam ook een pagina heeft die ongeveer op deze manier is ingedeeld. Op deze manier sluit de stijl van de app dan weer aan bij de stijl van Open Rotterdam. Dit was namelijk iets wat ze graag wilden zien.

 

 

Belangen afwegen van verschillende stakeholders. Samenwerken en aansluiting vinden met andere rollen en betrokkenen.

Ik ben van mening dat mijn keuze om tijdens het fieldresearch de doelgroep persoonlijk aan te spreken van groot belang is geweest tijdens het gehele project. Door deze benadering hebben we inzichten verkregen waar eigenlijk ons hele concept op is gebaseerd. Ik ben wel van mening dat ik de volgende keer met een vooraf opgesteld plan moet gaan werken, om zo echt de goede informatie te verzamelen. Ik ben nu maar het fieldresearch ingedoken zonder echt goed te weten wat we nu eigenlijk van de doelgroep wilden weten. Het probleem was alleen dat het hele team dit heeft gedaan. Ik denk dat ik door de switch van tactiek het team wel heb kunnen redden tijdens het fieldresearch. Door deze inzichten had ik elke keer iets om op terug te vallen tijdens het concepten. Ik heb tijdens het concepten, deels onbewust en deels bewust, de rol van criticus op me genomen. Deze rol heb ik onbewust op me genomen, omdat hij natuurlijk ging en ik hier niet echt over na had gedacht. Ik had de rol daarentegen ook bewust op me genomen, omdat ik me er wel steeds bewust van was wanneer ik de onderzoeksresultaten erbij pakte. Op deze manier betrok ik de doelgroep steeds bij ons concept. Uit de peerassesments: “Had altijd scherpe opmerkingen en hield de rest ook scherp. Ook was Iris kritisch. Goed om een zo goed mogelijk concept neer te zetten.”

 

Ik heb de wireframes gemaakt voor het locatiescherm, het overzichtsscherm en de detailpagina. Ik heb hier gemengde gevoelens over. Aan de ene kant was het voor zowel Rick als Saskia een fijn begin. Zo konden zij ook aan de slag met de visuals en het prototype. Rick kon een opzet maken voor het prototype, zodat hij later alleen nog de kleuren en wat details etc. hoefde aan te passen. Saskia had een duidelijk beeld over hoe de app eruit moest zien en kon direct aan de slag met de visuals. Achteraf zijn er nog extra schermen bijgekomen. Daar zijn direct visuals op gemaakt op basis van de stijl van de andere schermen. Persoonlijk vind ik dat ik daar ook nog wel wireframes van had kunnen maken.

 

Verder heb ik persona’s en scenario’s geschreven. Op basis van deze persona’s is ook het profielscherm gemaakt. De scenario’s zijn ook geschreven naar aanleiding van de persona’s. Daarnaast heb ik ook user stories geschreven, zodat we voor onszelf duidelijk hadden waar de gebruiker behoefte aan heeft. Deze deliverables samen hebben ervoor gezorgd dat we goed wisten voor wie wij een applicatie maakten. We konden gedurende het gehele project terugvallen op deze deliverables en zo kijken of het er allemaal nog op aansloot. Op deze manier hield ik dus in de gaten of het concept en de ontwerpen goed bleven aansluiten op de doelgroep.

 

Sowieso heb ik mijn rol volledig kunnen inzetten door altijd aanwezig te zijn bij de bijeenkomsten. Dit werd door mijn teamgenoten gewaardeerd. Dit kan ik opmaken uit de peerassesments die ik heb ontvangen: “Vrijwel niks op aan te merken. Steeds aanwezig en het is niet nodig geweest om te vragen naar haar werk.” ”Iris is actief bezig geweest gedurende het gehele proces.” “Iris heeft veel tijd besteed aan dit project. Ze heeft altijd alles op tijd af.”

 

Ik ben van mening dat ik tijdens dit proces niet heb samengewerkt zoals ik dit het liefste doe. Ik wil in een project altijd de vrolijke en optimistische sfeer erin houden. Ik wil mijn teamgenoten altijd motiveren en ik wil altijd open staan voor hun meningen en ideeën. Verder wil ik altijd geduld hebben om alles nog een keer uit te leggen wanneer mijn idee niet goed overkomt. Dit is me tot nu toe elk project wel gelukt. Ik ben echter van mening dat dit me dit project niet is gelukt. Ik liet me dit project, naar mijn mening, veel te erg leiden door de stress die ik door andere vakken had. Ik zat hierdoor niet optimaal in mijn vel en ik heb dit af en toe onbewust afgereageerd op mijn teamgenoten. Dat is mijn mening in ieder geval. Dit zijn twee quotes uit de peerassesments die hierop inspelen: “Er zijn wel momenten geweest dat Iris meer direct is geweest en dat kwam af en toe over als een verwijt.” “We hadden eenmalig miscommunicatie over het concept. Dit ging over het feit dat ik niet begreep wat er precies zou veranderen in het concept. Later begreep ik dit gelukkig wel. Iris vond het naar mijn idee erg vervelend dat ik het niet begreep, maar dit was blijkbaar omdat zij dacht dat ik het concept niet wilde veranderen. Ik vind het erg jammer dat zij dit dacht, dus wij hadden samen misschien beter moeten communiceren over waar het aan lag.“ Ik heb mijn gedrag later besproken en mijn excuses hiervoor aangeboden. Dit werd door mijn teamgenoten ook gewaardeerd: “Dit heeft zij zelf ook ter sprake gebracht en heeft verder ook niet tot problemen geleid.” Verder is mijn samenwerking blijkbaar beter bevallen dan ik in mijn gedachten had bedacht. Het viel, als ik kijk naar de peerassesments, allemaal wel mee. Er zijn worden namelijk ook positieve punten over mijn samenwerking benoemd: “Het lukt Iris vaak om op een vrij natuurlijke manier samen te werken met de rest van de groep. Dit door bijvoorbeeld wel eens te vragen waar iemand mee bezig is, maar niet op een vervelende manier.“ “Ze deelde haar mening wat ik erg op prijs stelde.“ “Iris was erg fijn om mee samen te werken omdat ze wist waar ze over sprak.” “Het samenwerken ging erg goed en ik vond het fijn dat we alles bespraken met elkaar over het concept.” “Iris had altijd wel ideeën en communiceerde dit erg goed.” Het lezen van deze peerassesments deed mij erg goed. Ik had namelijk echt het idee dat ik onaardig ben geweest tijdens de samenwerking. Ondanks dat ik mijn excuses had aangeboden, had ik er toch een naar gevoel over. Na het lezen van deze peerassesments is dit gevoel gelukkig wel weggeëbd.

Individueel verslag Rick van ‘t Hof (0865896)

  • Ben je gedurende de gehele periode bezig geweest met de ontwikkeling van producten (en wellicht ook weer heel veel weg moeten gooien) en niet alleen in de laatste week? Toon aan dat je hierin Agile hebt gewerkt.

De ontwikkeling van de producten is gestart na de eerste sprintreview. Voor deze tijd is het niet zinvol een basis op te zetten. Ook al was het concept nog niet helemaal concreet, een basis kon wel al gemaakt worden naar aanleiding van onze wireframes. De briefing beschreef heel duidelijk een mobiele oplossing, geïntrigeerd binnen de bestaande app van OPEN Rotterdam. Het klinkt logisch om dan een prototype te realiseren als mobiele applicatie. Zo heb ik ook gedacht. En zo zou de opdrachtgever ook het beste beeld bij ons concept krijgen.

Gaandeweg bleek deze optie te ambitieus te zijn. Het programmeren van een Android app hadden wij zojuist deze periode geleerd en daarom dacht ik dat dit wel moest lukken. Zeker omdat grote delen over te nemen zouden zijn uit een eerder gemaakte opdracht. Ik heb toen ook een start gemaakt met een Android app en een poging gedaan om een kaartje te tonen met wat punten daarop.
Na alleen hier al drie uur mee bezig geweest te zijn, werd mij duidelijk dat ze optie niet realistisch zou zijn. In mijn vorige Android app zijn vele tientallen uren gaan zitten en de uiteindelijke uitwerking was dan ook nog eens vrij basis. Het ontwikkelen van een Android app is om meerdere redenen erg tijdrovend. Een van de belangrijkste redenen is dat het testen van een kleine verandering betekent dat je app ‘gebuild’ moet worden en dit soms wel 1,5 minuut kan duren. Dit betekent dus dat het testen van een wijziging soms veel langer duurt dan deze wijziging zelf. Voor een enkel scherm zijn er vaak al tientallen wijzigingen. Alles bij elkaar opgeteld is dit geen realistische methode om een prototype in te ontwikkelen.

Daar komt bij dat het concept tot aan het eind nog werd bijgesteld. Sommige van deze wijzigingen zouden neer komen op een niet realiseerbaar prototype.

Om toch indruk te kunnen maken op de opdrachtgever met een dynamisch prototype, ben ik een andere weg in geslagen. Ik heb hierbij gekozen om een mobiele website te maken die vrijwel hetzelfde werkt als een app. Hier heb ik meer ervaring mee en is sneller aanpasbaar naar aanleiding van aanpassingen in het concept.
Ook hierin heb ik agile gewerkt. Gedurende iedere iteratie zijn een aantal schermen volledig uitgewerkt. Per iteratie zijn er meer schermen bijgekomen. Tot aan de laatste iteratie is dit goed gegaan.
Bij de laatste iteratie zijn er wijziging naar voren gekomen die effect zouden hebben op alle verschillende scherm. De visuals hiervoor zijn na een week uitgewerkt wat voor mij zou betekenen dat ik nog één week de tijd zou hebben om het gehele prototype te vernieuwen. Daarnaast zijn er ongeveer net zoveel nieuwe schermen bijgekomen als dat er al waren. Wat hierbij ook niet meewerkt is dat ik mij gedurende deze opleiding steeds meer ben gaan specialiseren in back-end. De back-end en tevens de basis had ik zo opgezet en ik weinig onderhevig geweest aan verandering. Het uitwerken van een volledig nieuwe front-end is echter niet mijn sterkste punt. Het zou dan ook niet realistisch geweest zijn om in deze laatste iteratie alle visuals dynamisch uit te werken.

Ik ben niet het type om dan maar te zeggen dat het onmogelijk is en het op te geven. Ik ben echter ook niet het type om er toch verder mee te gaan en prototype half af te krijgen. Dit is een lastig moment geweest, omdat het meestal niet tot dit punt komt.
Gelukkig kwamen Saskia en Iris met een handige last-minute oplossing. Het uiteindelijke prototype is gerealiseerd met een online tool om clickable prototypes te maken. Hierbij kon ik vrij eenvoudig de visuals met elkaar verbinden om het een en ander toch goed te kunnen demonsteren.

Deze oplossing voelde voor mij wel wat MT onwaardig. Ik ben daarbij wel van mening dat het voor deze situatie de beste oplossing is geweest. Het concept heeft bij ons meer aandacht nodig gehad dan het prototype. Daardoor is hier minder tijd voor geweest.
Ons dynamische prototype is naast het clickable prototype wel blijven bestaan om bepaalde onderdelen beter te kunnen demonsteren. Daar zit voor mij wel een leermoment in. Het maken van het clickable prototype was vrij eenvoudig en daarom is het verstandig dit een volgende keer te maken vóór een eventueel dynamisch prototype. Dan staat er alvast iets klaar om te kunnen demonstreren en kunnen eventuele onderdelen die meer verduidelijking nodig hebben alsnog uitgewerkt worden.

  • Hoe is de keuze voor het gebruikte ontwikkelplatform en de gekozen taal tot stand gekomen en ben je er achteraf gelukkig mee?

De keuze voor Android was zoals al aangeven omdat dit nog vers in mijn geheugen zat. Daarbij zou een app het mogelijk maken om het invoeren van de locatie live te demonstreren.

Het dynamische prototype is uitgewerkt met wordpress als CMS. Dit om verschillende redenen. Allereerst is wordpress een heel degelijk CMS dat makkelijk uit te breiden is. De basis van wordpress (blogs) lijkt veel op de basisfunctionaliteit van ons concept. Hierbij zijn de blogposts onze verhalen. Verder heb ik wordpress gekozen omdat ik goed bekend ben met het CMS, maar nog niet met het ontwikkelen van een custom thema. Ik heb dit aangegrepen om hiermee te kunnen experimenteren omdat wordpress in het bedrijfsleven een groot aandeel heeft en het mij daarom in mijn persoonlijke ontwikkeling zou kunnen helpen.

Invision is gekozen op basis van de ervaring van Saskia en Iris. Er is in de laatste sprint niet meer voldoende tijd geweest om uitgebreid onderzoek te doen naar verschillende mogelijkheden. Daarbij bleek Invision zo gebruiksvriendelijk, dat dit een ideale oplossing was.

De platformen zijn een prima keuze geweest en ik heb daar dan ook geen spijt van. Zoals eerder al gezegd is de volgorde van uitwerking wel een mindere keuze geweest.

  • Hoe heb je jullie prototype en deelonderdelen getest?

De functionaliteit van de deelonderdelen hebben wij als team getest door overal doorheen te klikken en simpelweg te kijken of alles naar behoren werkt.
Het inhoudelijke testen van het concept hebben we gedaan door enkele bekenden en familieleden door ons prototype heen te laten klikken. Mogelijke onduidelijkheden in de visuals hebben we daarmee eruit kunnen halen.
Verder leek onze probe vrij veel op ons uiteindelijke concept wat betreft het soort verhalen en reacties. Daaruit zijn ook veel belangrijke punten gekomen die uiteindelijk in ons concept zijn verwerkt.

Zie voor het testen ook dit bericht.

Het eindproduct is te vinden in twee verschillende vormen, zie daarvoor dit bericht.

  • Hoe heb je je verkregen inzichten (onder andere uit het doen van research) vertaald naar relevante ontwikkelrichtlijnen?
    Welke zijn wel toegepast in het prototype en welke zijn afgevallen? Licht je keuzes toe.

De meeste inzichten zijn voortgekomen uit de research naar het gebruik van google maps en wordpress. Ondanks dat Android een product van google is, bleek het niet heel eenvoudig een Maps kaartje te verwerken in een Android app. Ik heb er meerdere blogs voor doorgelezen, maar veel vragen bleven daarbij onbeantwoord. Het inzicht daarbij was dus vooral dat dit geen geschikte oplossing was voor ons prototype.
De implementatie van Google Maps binnen WordPress bleek een stuk eenvoudiger. Voor veel van de mogelijkheden staan voorbeelden online. De documentatie was prima en dat maakte dat het eenvoudig was om deze implementatie aan te pakken.

De aanpak van wordpress vergde wat meer tijd. Het lijk mij handig te beginnen met een basis thema. Dan zou ik dit thema kunnen aanpassen naar onze wensen. Dit bleek minder eenvoudig dan verwacht. Er zijn vrijwel geen basisthema’s die écht basis zijn. Veel van deze thema’s bevatten bijvoorbeeld al veel CSS. Dit maakt het lastig om zelf een eigen stijl in te bouwen. Ik heb ook nog de mogelijkheid bekeken om het vanaf de grond af op te bouwen. Deze mogelijkheid is toch afgevallen omdat het meer tijd zou kosten om uit te zoeken wat er allemaal nodig is om een thema aan de praat te krijgen, dan het aanpassen van een basis thema.
Voor een volgende keer ga ik mijn tijd direct steken in het uitzoeken van een thema opbouwen vanaf de grond. De mogelijkheden in het aanpassen van een compleet zelfgemaakt thema zijn uiteindelijk veel groter.

  • Heb je jouw rol optimaal kunnen inzetten in het team? Licht toe met specifieke voorbeelden. Wat ging goed? Wat had beter gekund? Verwijs hiervoor ook naar depeerassessments. Wees kritisch naar je eigen functioneren.

Ik ben van mening dat ik mijn rol meer optimaal in had kunnen zetten als wij nog een MT’er in het team hadden gehad. Dan hadden we beter de rollen kunnen verdelen en beide beter kunnen focussen op ons eigen deel. Ik vond het lastig om vrijwel alleen maar front-end te realiseren. Het voelt hierbij voor mij enigszins alsof ik mijn team hierin teleur heb gesteld.
In de peerassesments zijn zij juist tevreden over mij. Ik vermoed dan ook dat ik vooral mijzelf teleur heb gesteld door te hoge eisen te stellen. Ik had graag het dynamische prototype verder uit willen werken, maar dat was niet realistisch en dat is jammer.
Verder vind ik wel dat ik mij goed heb ingezet, actief heb deelgenomen aan discussies en goed heb bijgedragen met ideeën. Er is een teamlid die dit anders ziet en mijn ideeën inbreng matig vond. Ik ben erg goed in out-of-the box denken en daarom vermoed ik dat zij dit zo gezien heeft omdat sommige ideeën minder binnen het kader van de opdrachtgever vielen. Persoonlijk vond ik sommige ideeën te gewoontjes en werd er niet altijd naar mij geluisterd als ik met iets nieuws kwam. Uiteindelijk denk ik dat dit verloop er vooral mee te maken heeft gehad dat wij elkaar als groep nog maar net kende. Aan het eind van het project verliep alles veel soepeler.

Een punt dat het noemen waard is, is dat teamleden noemen dat ik soms wat afwezig leek. Ik denk dat dit inderdaad enkele keren zo geweest is. Dit heeft waarschijnlijk te maken gehad met weinig slapen en vroeg starten. Ik had wat langer nodig om op te starten. Dit heeft mij later wel gemotiveerd om aan mijn team te bewijzen dat ik mij goed wilde inzetten voor dit project. De laatste paar weken verliepen dan ook een stuk beter en geloof daarmee ook het vertrouwen van mijn team te hebben teruggewonnen.

Verdere inbreng van mij is ook te vinden op de blog. Zo heb ik bijgedragen aan het doen van deskresearch en het concepten.

  • Hoe verliep jouw contact met de opdrachtgever/partner? Hoe heb je alle belanghebbenden betrokken bij je werkzaamheden? Wat heb je daar voor gedaan/gemaakt? Beschrijf specifieke situaties en licht toe met voorbeelden. Wat ging goed? Wat had beter gekund?

Het contact met de opdrachtgever verliep prima. De contactmomenten heb ik dan ook vaak aangegrepen om nog net even wat meer feedback te verzamelen dan waar de opdrachtgever zelf mee kwam. Dit was bijvoorbeeld het vragen naar de integratie van ons concept binnen de huidige applicatie. Dat zijn vragen die alleen de opdrachtgever kan beantwoorden en ik zag het dan ook als mijn verantwoordelijkheid om antwoord te krijgen op dit soort vragen.

Verder heb ik ook mijn team betrokken bij elke fase van het prototype. Dit hebben zij ook zo beschreven in de peerassesments. Ik vond het belangrijk hun mening te weten als het ging om bepaalde onderdelen in het prototype of de vorm van het prototype zelf. Als ik ook niet met mijn team had overlegd over de vorm van het prototype, dan hadden we nu ook geen clickable prototype kunnen opleveren in deze vorm.

 

Individuele beoordeling Communicatie Digitale Media, Wendy Lanser 0862815

Belangrijkste actoren en stakeholders identificeren en analyseren

Wie zijn de stakeholders? Wie zijn actoren?

Stakeholder 1: Rotterdammers (gebruikers)

Rotterdammers is de doelgroep. Zij zullen de applicatie gebruiken en de input geven. Rotterdammers vinden het leuk om andere Rotterdammers blij te maken en eventueel willen zijn zelfs burgerjournalist worden. De gebruikers van de applicatie sturen Happyhappenings naar Open Rotterdam via de applicatie. Ook reageren zij op de Happyhappenings die al op de applicatie staan. Zij kunnen eventueel naar een Happening toe gaan.

Stakeholder 2: Potentiële professionals Open Rotterdam (potentiële burgerjournalisten)

Dit zijn de Rotterdammers (gebruikers). Enkele Rotterdammers hebben een journalistiek talent en dit willen zij groeien. Zij willen graag burgerjournalist worden en leren dit door enorm goede Happenings te sturen naar Open Rotterdam.

Stakeholder 3: Professionals Open Rotterdam (betaalde krachten, vrijwilligers, burgerjournalisten)

De professionals van Open Rotterdam zijn betaalde krachten, vrijwilligers en burgerjournalisten. Zij controleren de Happyhappenings en plaatsen het vervolgens op de applicatie of ze lichten het verhaal eerst beter uit. Als zij dit bericht plaatsen, krijgt de gebruiker een groene of een zwarte smiley. Dit betekent dat de gebruiker een kortingsbon kan winnen of burgerjournalist kan worden. Dit beslist de professional. De Happening berichten die zich op dit moment afspelen worden gecontroleerd als er een melding van is gemaakt door een gebruiker. De professional controleert dit vervolgens.

Stakeholder 4: Partners (Gemeente Rotterdam, Publieke Organisaties, Kleine tv-producenten, Hogescholen INholland en Rotterdam, MBO-opleidingen en de Erasmusuniversiteit, Populaire weblogs)

Partners van Open Rotterdam zullen de applicatie promoten door middel van een kleine presentatie, bijvoorbeeld aan de hand van het filmpje dat gemaakt wordt. Verder zullen de partneractiviteiten hetzelfde blijven.

Stakeholder 5: Nieuwe partner: Winkels in Rotterdam

Open Rotterdam kan partners worden met enkele winkels in Rotterdam. Er zitten hier geen kosten aan vast. Winkels in Rotterdam krijgen een gratis promotie waardoor zij mee willen werken om kortingsbonnen uit te delen.

 

Wat is je analyse en wat zijn de conclusies?

Er is een onderzoek uitgevoerd onder de stakeholders. Deze zijn geanalyseerd en hier kwamen enkele conclusies uit.

Stakeholder 1: Rotterdammers (gebruikers)

De doelgroep van OPEN Rotterdam is betaalde medewerkers, vrijwilligers en burgerverslaggevers.

De doelgroep die OPEN Rotterdam uiteindelijk wilt bereiken is de Rotterdamse samenleving. Het is de bedoeling dat zij zelf met de Iphone tv/video -verhalen gaan maken onder leiding van betaalde krachten.

Er zijn 618.109 inwoners in Rotterdam. De meeste mensen zijn tussen de 20 en 49 jaar. 46,5% van Rotterdam bestaat uit Een-persoonshuishouden. Verder bestaat Rotterdam een groot gedeelte uit gehuwd stel met kinderen, gehuwd stel zonder kinderen en Een-ouder huishouden.1

Het imago van Rotterdam is positiever beantwoord in de Omnibusenquête. 60% van de Rotterdammers geeft aan dat Rotterdam een gezinsvriendelijke staf is. Dit was eerst 52%. 43% vindt Rotterdam een veilige stad wat nog nooit eerder zo hoog is geweest. Er is maar 12% die in een andere stad zouden willen wonen.2

Conclusie hieruit is dat een groot gedeelte alleen woont. Hier kan de applicatie op inspelen door Rotterdammers samen te brengen.

Ook hebben wij onderzoek gedaan naar de doelgroep door middel van een online probe. Deze is te vinden op het blog bij de categorie ‘Onderzoek’.

De resultaten hieruit waren:3

-In Rotterdam zijn er 46,5% eenpersoonshuishoudens

-Rotterdammers willen informatie over (kleine) evenementen in Rotterdam

-Persoonlijke verhalen spreken aan

-Positieve verhalen spreken aan

-Storytelling a.h.v. foto’s, video’s, tekst en muziek is het eenvoudigst

-Rotterdammers pakken hun smartphone vooral uit verveling

Wij spelen in op deze resultaten. De applicatie zorgt ervoor dat Rotterdammers samen kunnen komen waardoor eenpersoonshuishoudens mensen kunnen ontmoeten; Kleine evenementen zijn te vinden in de Happy Happenings; Persoonlijke verhalen kunnen verteld worden als men een verhaal plaatst over bijvoorbeeld een held van de dag; Het zijn alleen maar positieve verhalen die in de applicatie staan; In de applicatie staan foto’s, video’s, tekst en muziek. Tekst iets minder, omdat beeld en geluid het belangrijkste zijn; Rotterdammers pakken hun smartphone vooral uit verveling en door middel van de applicatie is het mogelijk om naar een happening te gaan in Rotterdam.

  1. Rotterdam in cijfers. Gemeente Rotterdam. http://www.rotterdamincijfers.nl/jive/report/?id=bevolking&openinputs=true
  2. Imago Rotterdam verder verbeterd. Rotterdam. Gemeente Rotterdam. 20 mei 2015.http://www.rotterdam.nl/imagorotterdamverderverbeterd
  3. Online Probe. https://www.facebook.com/groups/1599324607015685/

Stakeholder 2: Potentiële professionals Open Rotterdam (potentiële burgerjournalisten)

In Rotterdam zijn er maar liest 37.000 studenten.1 Ook is Rotterdam een stad van aanpakken en ondernemen. In vele van hen schuilt een burgerjournalist. Dit kunnen zij worden door de applicatie.

  1. https://www.tkmst.nl/wonen/stad/6302/rotterdam.html

Stakeholder 3: Professionals Open Rotterdam (betaalde krachten, vrijwilligers, burgerjournalisten)

De professionals zijn opzoek naar steeds eenvoudigere manieren om tot hyperlokale verhalen te komen. Dit kan door middel van de applicatie.

Stakeholder 4: Partners (Gemeente Rotterdam, Publieke Organisaties, Kleine tv-producenten,

Hogescholen INholland en Rotterdam, MBO-opleidingen en de Erasmusuniversiteit, Populaire weblogs)

De partners van Open Rotterdam werken nauw samen. De partneractiviteiten zullen hetzelfde blijven ondanks de applicatie.

Stakeholder 5: Nieuwe partner: Winkels in Rotterdam

Er zijn veel Rotterdamse winkels die het net redden of bijna onbekend zijn bij de Rotterdammers. Deze winkels krijgen een kans door Open Rotterdam. Zij kunnen samen gaan werken door elkaar reclame en kortingsbonnen aan te bieden.

 

Op welke wijze hebben stakeholders en actoren, impact of invloed op het project en wat zijn de consequenties?

Stakeholder 1: Rotterdammers (gebruikers)

De Rotterdammers (gebruikers) spelen een belangrijke rol in de applicatie. Als zij de applicatie niet gaan gebruiken, zal de applicatie zelf ook geen toegevoegde waarde meer hebben. De gebruikers zijn nodig! Zij moeten gemotiveerd worden om de applicatie te gaan gebruiken. Dit lossen wij op door middel van een marketingplan. Deze staat aangegeven in het communicatieplan.

Stakeholder 2: Potentiële professionals Open Rotterdam (potentiële burgerjournalisten)

De potentiële burgerjournalisten spelen ook een belangrijke rol in de applicatie maar niet zo erg als de Rotterdammers. Het zou fijn zijn als er meer burgerjournalisten waren maar dit is niet noodzakelijk. Wel spelen zij een belangrijke rol omdat zij de gebruikers mogen controleren.

Stakeholder 3: Professionals Open Rotterdam (betaalde krachten, vrijwilligers, burgerjournalisten)

De professionals spelen een belangrijke rol in de applicatie. Zij zullen de Happyhappenings gaan controleren en geven punten weg. Zonder hen is er geen controle en gamification wat ervoor zorgt dat er geen gebruikers meer zullen zijn.

Stakeholder 4: Partners (Gemeente Rotterdam, Publieke Organisaties, Kleine tv-producenten, Hogescholen INholland en Rotterdam, MBO-opleidingen en de Erasmusuniversiteit, Populaire weblogs)

De partners van Open Rotterdam spelen geen rol binnen de applicatie. De applicatie draait om de gebruikers en de professionals.

Stakeholder 5: Nieuwe partner: Winkels in Rotterdam

De winkels van Rotterdam is een onderdeel van een grote rol binnen de applicatie. Als de winkels niet willen samenwerken kan de applicatie wel blijven bestaan. Wel ontstaat de vraag of de gebruikers blijven als er geen gamification meer aan de applicatie vast zit.

 

De stakeholder analyse is terug te vinden in het communicatieplan en het onderzoek.

 

Adviseren over communicatie aspecten

Op welke wijze is communicatie een onderdeel van het totaalconcept van de innovatie?

Communicatie is een groot onderdeel van het totaalconcept. Het is een soort social media platform dat alleen maar bestaat uit communicatie. Vrolijke gebeurtenissen kunnen geplaatst worden in de applicatie en vervolgens kunnen de gebruikers ook kiezen om naar een bepaald evenement te gaan. Hier komen de Rotterdammers samen om een gesprek met elkaar aan te gaan. Ook kunnen de gebruikers op elkaar reageren. De gehele applicatie draait om communicatie en interactie.

 

Wat zijn de communicatiedoelgroepen?

De communicatiedoelgroepen zijn Rotterdammers en potentiële burgerjournalisten.

Rotterdammers die het leuk vinden om vrolijke gebeurtenissen (Happyhappenings) te delen met andere Rotterdammers, en die eventueel een burgerjournalist willen worden.

 

Wat zijn de communicatiedoelstellingen en gewenste effecten in termen van Kennis, Houding en Gedrag (SMART)?

De communicatiedoelstellingen in termen van Kennis, Houding en Gedrag zijn:

-Rotterdammers weten eind augustus 2015 dat zij hyperlokale verhalen kunnen delen middels hun smartphone en dat zij burgerjournalist kunnen worden.

-Rotterdammers zijn eind november 2015 enthousiast dat zij hyperlokale verhalen kunnen delen middels hun smartphone waarvan 50% enthousiast is om burgerjournalist te worden.

-Alle Rotterdammers leggen in februari 2016 minimaal 1 keer per dag een hyperlokaal verhaal vast waarvan 20% burgerjournalist is geworden.

 

Hoe wordt er engagement, conversatie, interactie, beleving, co-creatie, participatie etc. gecreëerd?

Engagement wordt gecreëerd door een goed marketingplan. In de applicatie maken we gebruik van Gamification. Als de gebruiker 30 zwarte punten verdient krijgt diegene een 10% kortingsbon van een bepaalde winkel in Rotterdam. Als de gebruikers 30 groende punten verdient wordt diegene officieel een burgerjournalist van Open Rotterdam. Op deze manier zit er een spel aan verbonden waardoor de Rotterdammers geneigd zijn om het spel te spelen.

Conversatie wordt gecreëerd doordat men op elkaar zijn Happyhappening kan reageren. Ook is het mogelijk om te delen via social media dat je naar een bepaald evenement gaat. Hier kan sprake zijn van een conversatie. Dit is mogelijk door middel van tekst, en een foto of video.

Interactie ontstaat doordat de gebruiker actief mee kan doen in de applicatie. Zij kunnen zelf content plaatsen en reageren op elkaar.

Er ontstaat een beleving doordat er meerdere mogelijkheden zijn met de applicatie. Men kan een kortingsbon winnen waardoor zij naar een Rotterdamse winkel kunnen gaan. Men kan zelf naar een Happyhappening toe gaan wat zorgt voor een beleving. En er kan een baan aan vastzitten doordat Rotterdammers burgerjournalist kunnen worden. De hele applicatie is een beleving. Er kan een pop-up komen dat er een Happyhappening in de buurt is terwijl je in de stad loopt. Je hele dag verandert hierdoor en is een vrolijke beleving.

Co-creatie ontstaat doordat de gebruikers van de applicatie content kunnen delen. Zij maken deel uit aan de verhalen die op de applicatie staan. Participatie wordt hiermee gecreëerd.

 

(Marketing) communicatieplan en advies plus aantoonbaar tussentijds overleg met en advies aan teamleden

Het (marketing) communicatieplan en advies staat op de blog onder de categorie ‘Concept’ en ‘Pitchpagina’. Wij hebben met de gehele groep tussentijds overleg gehad en ook hebben wij elkaar advies gegeven. Zo besproken wij iedere week het gehele communicatieplan, design en prototype met elkaar. Op deze manier sluit mijn communicatieplan goed aan op hun design en prototype. Het concept moest voor iedereen duidelijk zijn en we besproken met elkaar of er andere ideeën waren. Niet alleen ik kon leuke marketing concepten bedenken, maar zij hebben ook creatieve ideeën. Deze deelden wij met elkaar en verwerkten wij ook. Tussentijds overleg verliep erg goed doordat wij iedere week goed communiceerden met elkaar waar wie mee bezig was.

 

Content creëren & realiseren

Op welke wijze wordt er betekenisvolle content gecreëerd?

Betekenisvolle content wordt gecreëerd door de Rotterdammers (gebruikers) zelf. Als een Rotterdammer ergens in de buurt van een vrolijke gebeurtenis is zoals dat er een goede straatartiest speelt midden in de stad, dan kan hij dit delen via de applicatie door middel van een titel, met een foto of video. Hierdoor krijgt de lezer een goed beeld van wat de Happyhappening inhoudt.

 

Op welke wijze inspireert content engagement, conversatie, beleving, co-creatie, interactie etc.?

Engagement wordt gecreëerd door de leuke verschillende soorten content. Iedereen kan iets vrolijks plaatsen wat het juist zo leuk maakt. Een conversatie kan ontstaat door de content als het bijvoorbeeld een speciale Happyhappening is. Een beleving ontstaat door de content omdat het door middel van een foto of video wordt verteld. De Rotterdammer voelt de beleving meteen waardoor diegene meteen geneigd is om naar die Happyhappening toe te gaan. Co-creatie wordt gecreëerd doordat je zelf content kan toevoegen. Interactie kan ontstaat door de verschillende soorten content zoals iets grappigs of speciaals. Hier kunnen reacties ontstaan waardoor er meer reacties zullen ontstaan.

 

Bewijs zelf te bepalen onderdeel van deliverables

Er zijn verschillende soorten deliverables waar ik aan deel heb genomen. Zo heb ik de naam Happy Happenings bedacht. De verschillen gemaakt tussen de gebeurtenissen Happened, Happening, Will Happen. En de smileys in de vorm van het logo van Open Rotterdam heb ik gecreëerd. De functionaliteiten hebben wij met de gehele groep gebrainstormd. Verder is er geen content gerealiseerd omdat de gebruikers deze content zelf moeten creëren en realiseren.

 

Verantwoordelijk voor de (re)presentatie en externe communicatie van het team

Wie maken deel uit van het team en wat zijn de rollen? Wat bindt jullie?

Wij zitten in een team met Saskia Doets, Rick van ’t Hof, Iris Heemskerk en ikzelf Wendy Lanser.

Rick is Mediatechnologie student en hij zorgt voor een werkend prototype. Ikzelf ben een Communicatie Digitale Media student en ik zorg voor het achterliggende concept door middel van een (marketing) communicatieplan. Saskia en Iris zijn allebei Communication Multimedia Design student waarbij Saskia zorgt voor het Visual Design en Iris voor de Interaction Design. Doordat de rollen zo duidelijk waren voor iedereen konden we ze ook optimaal gebruiken voor ons team. Wat ons bindt is dat wij dezelfde mentaliteit hadden vanaf het begin. Wij wilden ons aan de tijdsplanning houden en communiceerden graag met elkaar over wat iedereen had gedaan. Ook gaven wij elkaar feedback. Deze punten bij elkaar zorgde ervoor dat wij optimaal met elkaar samen konden werken. De verschillende rollen maakte ons juist een sterk team wat ons bindt.

 

Op welke manier ga jij de representatierol vervullen in overleg met het team?

Wij hebben besproken om de presentaties met elkaar te doen zodat iedereen zijn werk op een juiste manier kan laten zien. Wij hebben samen aan het concept gewerkt en dit willen wij ook terug laten zien in de presentaties.

Ik zorg er wel voor dat iedereen aan het woord komt bij de opdrachtgever zodat alles gezegd is wat het gehele team wilt zeggen. Als er een stilte valt spring ik bij maar de andere teamleden doen dit ook. Wij willen naar voren komen als een team. Een team kan ook werken zonder leidinggevende wat ook steeds meer naar voren komt in de maatschappij.

Ik neem de representatierol graag op mij, maar wel op een manier dat ik niet het hoofd ben van de groep. Iedereen geeft zijn inbreng waarop ik vervolgens een eventuele verduidelijking kan geven.

 

Welk effect wil het team bereiken bij iedere doelgroep?

Wij willen dat Rotterdammers de applicatie gaan gebruiken om het positieve van Rotterdam naar buiten te brengen. Het effect dat wij willen bereiken bij iedere doelgroep is Rotterdamse positiviteit uitstralen. Wij willen dat Open Rotterdam zich openstelt voor deze positieve verhalen en dat de winkels willen samenwerken om uiteindelijk als resultaat een positieve en vrolijke Rotterdam te krijgen.

 

Op welke wijze wil het team zich representeren aan elke doelgroep en hoe realiseer je dit?

Wij willen onszelf representeren aan Open Rotterdam middels een presentatie. De doelgroep Rotterdammers willen wij bereiken door middel van een goed filmpje over de applicatie te verspreiden en door middel van andere marketingactiviteiten die in het communicatieplan staan aangegeven. Social Media speelt hierbij een belangrijke rol.

 

Bewijs zelf te bepalen onderdeel van deliverables

Zie het (marketing) communicatieplan voor het marketing concept. Alledrie de presentaties die zijn gegeven staan op het blog. Alle presentaties maakte ik zodat er op een juiste manier een presentatie werd gegeven. Ook heb ik gemaild met de opdrachtgever.

 

Draagvlak creëren voor innovatie

Hoe creëer je draagvlak voor jullie concept (innovatie) bij de stakeholders?

Als Rotterdammers (gebruikers) de applicatie niet gaan gebruiken, kan het een intern platform worden. Professionals (betaalde krachten, vrijwilligers, burgerjournalisten) kunnen zelf content plaatsen en zich houden aan ons concept. Rotterdammers kunnen het eerst lezen en Open Rotterdam kan kijken of het aanslaat bij de mensen. Dit is een mogelijke draagvlak om de innovatie tot stand te brengen en de Rotterdammers een brug te geven van geen naar wel interactie.

 

Bewijs zelf te bepalen onderdeel van deliverables (voorbeeld model van Kotter)

Draagvlak creëren is mogelijk door middel van het model van Kotter.

Als eerst moeten de Rotterdammers bewust worden dat de applicatie uberhaupt bestaat. Het projectteam gaat aan de slag om de applicatie optimaal te laten werken. De visie is om alle Rotterdammers vrolijk te maken door positieve verhalen met elkaar te delen. Draagvlak wordt gecreëerd door de applicatie eerst intern te gebruiken en naar aanleiding van de reacties co-creatie te creëren. Hier ontstaat mogelijke actie. Korte termijn successen worden weergegeven door de input en reacties van de Rotterdammers. Als deze geslaagd is, zal dit volgehouden moeten worden door de doelgroep steeds nieuwe doelen te geven zoals iets anders dan de 10% kortingsbon van winkels. Op deze manier wordt het ook gewaarborgd.

Afbeelding1

 

App visuals

Bij de 2e presentatie hadden we alleen de wireframes laten zien die er dus nog niet heel vrolijk uitzagen. Deze waren puur gericht op de werking van de app. We kregen dan ook de feedback om die positiviteit meer uit te stralen van het concept. In mijn visuals wilde ik dat dan ook uitdragen. Hieronder zie je de eerste versie van mijn visuals.

Overzicht Lokaties Detail Pagina (1)

Om positiviteit uit te stralen heb ik vrolijke kleurtjes gebruikt. Om duidelijk te maken wat er al gebeurd was, wat er nu gaande is en welke evenementen er nog zouden komen had ik ook een menu aan de wireframes toegevoegd. Toen ik deze visuals aan mijn team liet zien zeiden ze dat het menu misschien wat teveel werd. Al de menu`s namen nu teveel ruimte in beslag. de kleurtjes bij de happenings zelf zouden al duidelijk genoeg zijn. Dit heb ik dus aangepast bij mijn volgende visuals hieronder. Daarnaast vonden ze dat de kleurtjes niet iets zeiden over de happening. Roze zegt bijvoorbeeld niet echt dat die happening nog moet gebeuren. Daarom heb ik in de volgende visuals er een stoplicht van gemaakt. Rood is al geweest, oranje is bezig en groen moet nog komen. Daarbij heb ik er nog visuals aan toegevoegd als een scherm voor je eigen profielpagina, reactie plaatsen, happening plaatsen en 2 schermen waarbij je punten krijgt voor je reacties.

OverzichtLokatiesreactie plaatsenDetail Paginaa Profiel Gefeliciteerd Burgerjournalist    zwarte smileypuntvoeg happy happening toe titel toevoegen

 

Logo

Het concept draait helemaal om positiviteit. Daar horen dus ook hele positieve visuals bij. Ik begon daarvoor met het ontwerp van het logo. Daarvoor had ik een aantal schetsen gemaakt. Bij die schetsen heb ik geprobeerd om Rotterdamse elementen te gebruiken. Zoals de Erasmus brug, de euromast en het 010 logo.

DSC_0050 DSC_0049

Ik was hier niet helemaal tevreden over. De meeste logo`s vond ik niet echt passen bij de identiteit van open Rotterdam, die toch een veel strakker design heeft. Ik ben toen digitaal verder gegaan.

logo happy happenings

Het gele logo vonden we wel genoeg positieve uitstraling hebben en door de ronde vormen past het ook wel bij open Rotterdam. Deze hebben we dan ook bij de 1e presentatie gepresenteerd. Toen was de feedback alleen dat het nog meer in de open Rotterdam identiteit moest passen. De opdrachtgever wilde niet teveel verschillende merken in hun eigen merk hebben.

logo

Toen ik deze feedback had gekregen ging ik nog eens goed kijken naar het eigen logo van open Rotterdam zelf. wat er als volgt uitziet:

logo open rotterdam

 

Ik heb dit logo ook gebruikt voor ons happy happenings logo. Het enige wat ik heb gedaan is en halve boog eruit gehaald en daar een halve cirkel van gemaakt. in die halve cirkel heb ik 2 rondjes gezet die ogen moeten voorstellen. Zo werd het logo vanzelf een smiley, wat super veel positiviteit uitstraalt.

groen logo

Testen

Wij hebben onze prototypes getest door enkele vrienden en familieleden door onze scenario’s te laten lopen. Deze testpersonen zijn een representatieve greep uit onze doelgroep. Verschillende vrienden die uit huis wonen vallen onder de een persoons huishoudens en vrijwel alle testpersonen komen uit omgeving Rotterdam.

De usability test die wij hebben uitgevoerd is een user test. We hebben de testpersonen aan de app geïntroduceerd en hen vrij gelaten om het een en ander uit te zoeken en te proberen.

Doel
Het doel van deze test is het achterhalen van kleine bugs, het nalopen van de flow en de algemene functionaliteit van de app testen. Hiermee willen wij bereiken dat Happy Happenings zo ver mogelijk klaar is om direct in gebruik te nemen.

Scenario’s

  • Het is zaterdagmiddag. Je zit samen met een vriendin op haar balkon. Het is namelijk heerlijk weer. Je gezellig te kletsen onder het genot van een wijntje. Jullie besluiten echter dat jullie zin hebben om iets te gaan doen. Je hebt de applicatie van Open Rotterdam op je telefoon staan. Jullie besluiten om op deze app te kijken om op zoek te gaan naar een leuk, klein evenement waar jullie deze middag naar toe kunnen gaan.
  • Je loopt op een zondagmiddag over de Swanmarket in Rotterdam. Je hebt het naar je zin en besluit om dit met anderen te delen. Je pakt je telefoon erbij en maakt een foto en bedenkt een pakkende titel. Je opent de app, zoekt je locatie en kijkt of hier al een evenement is en anders voeg je deze toe.

Het doorlopen van deze scenario’s heeft raakvlakken met de meeste van onze functionaliteiten.

Resultaten

Beeldmateriaal van enkele van onze tests:

Schermafbeelding 2015-06-28 om 14.01.44

 

Het resultaat van de tests is over het algemeen positief. Testpersonen gaan moeiteloos door de app heen en vinden veel van de functionaliteiten. Veel van de gebruikte knoppen spreken dan ook voor zich, zoals ‘voeg een happy happening toe’. De standaard functionaliteit werkt dus naar behoren.

Wat voor de testpersonen minder opvalt zijn de extra’s. Extra’s zoals de gamification die onze app bevat. Het is ook logisch dat gebruikers over het algemeen niet vanzelf verborgen functionaliteiten vinden. Dat is de huidige situatie, de gamification is in eerste instantie verborgen. Voor een prototype is er nog niet veel aan de hand, zeker omdat de belanghebbenden de functionaliteit wel al uitgelegd hebben gekregen. Voor het uitbrengen zou het echter verstandig zijn om bijvoorbeeld een splashscreen (opstartscherm) toe te voegen met wat de app inhoudt. En in het menu een about scherm voor overige toelichting.

Gebruikers van apps hebben vaak de neiging overal op te klikken en daarom zou het bijvoorbeeld ook een toevoeging kunnen zijn alle onderdelen inderdaad klikbaar zijn. Als voorbeeld het groene smiley punt in een account. Als hier op geklikt wordt dan kan dit een pop-up openen met de betekenis ervan.
Deze klikervaring zal nog in het clickable prototype worden verwerkt.

 

Team eindblogpost

Concept ontwikkeling

Hoe sluit het eindproduct aan op de briefing en waarom dit de beste oplossing van het vraagstuk is voor jullie?

Zoals in de briefing beschreven bestaat het eindproduct uit een oplossing geïntegreerd binnen het bestaande mobiele platform van Open Rotterdam. Ons eindproduct kan als extra tabje bestaan binnen de huidige tabjes van de applicatie. Dit is ook op deze manier verwerkt in de visuals en het prototype en het staat aangegeven in het communicatieplan.

Verder staat in de briefing beschreven:

“OPEN Rotterdam wil nog verder groeien met hyperlokale verhalen via social media. OPEN wil later dit jaar voor eigen betaalde medewerkers maar ook voor vrijwilligers en burgerverslaggevers een simpel digital  format voor storytelling hanteren, waarin foto’s, tekst en simpele video`s kunnen worden gecombineerd met de reguliere social media.”

De happyhappenings binnen het eindproduct zijn hyperlokale gebeurtenissen die verhalen op zich zijn, maar ook tot nieuwe verhalen leiden. Hyperlokaal omdat Rotterdammers in de app lokale gebeurtenissen kunnen toevoegen. Deze gebeurtenissen bestaan uit locaties, tekst en foto’s/video’s. Daarnaast is het mogelijk de happenings te delen op de verschillende social media.

Zoals gewenst is, hebben professionals (burgerjournalisten en vrijwilligers) de mogelijkheid om ook happenings toe te voegen.

 

Hoe sluit de eindoplossing aan op alle wensen en belangen van de betrokkenen?

De wensen en belangen van de betrokkenen zijn in het hele concept verweven. Het product is middels het extra tabje geïntegreerd in de huidige applicatie. De professionals kunnen via ons format van de happy happening een gebeurtenis toevoegen. Open Rotterdam kan de rol van moderator vervullen waar nodig. Als hulp daarbij kunnen gebruikers onzuivere happenings rapporteren. De partners van Open Rotterdam zijn ook verweven met het uiteindelijke concept. Dit staat aangegeven in het communicatieplan bij de stakeholders.

De wensen en belangen van de eindgebruikers zijn naar voren gekomen in de verschillende onderzoeken (zie daarvoor ook de ‘Onderzoek’ categorie op de blog). Uit deze onderzoeken is onder andere naar voren gekomen dat Rotterdammers zitten te wachten op vrolijke verhalen. Verhalen die niet via een vast medium worden verspreid, maar via elk mogelijke weg (foto, video, tekst etc.). Het eindproduct draait dan ook om vrolijke multimediale verhalen.

Verder is er uit het onderzoek naar voren gekomen dat er veel eenpersoonshuishoudens zijn. Dit heeft ertoe geleidt dat wij vooral ook de locaties en het ‘nu’ van een happening hebben willen benadrukken. Is een gebruiker in de buurt van een happening die nu aan de gang is, dan is het makkelijk daar langs te gaan. Meerdere gebruikers kunnen elkaar daar ontmoeten en de happening is daarbij mogelijke gespreksstof.

Onze eindoplossing is terug te vinden in het blog onder de categorie ‘Concept’ en ‘Pitchpagina’.

 

Onderzoeken & Analyseren

Hoe hebben jullie niet voor de hand liggende oplossingen gevonden? Beschrijf dit proces, incl. alle onderzochte mogelijkheden ook diegene die zijn afgevallen.

Vooraf hadden we verschillende onderzoeksmethodes opgesteld. We wisten nog niet of we van deze methodes gebruik zouden maken, maar ze behoorden in ieder geval tot de mogelijkheden. De methodes die we hadden opgesteld waren interviews met mensen op straat, laddering interviews, een cultural probe, een enquête en deskresearch.

Voor het deskresearch hebben we uiteindelijk alle vier een onderwerp op ons genomen. De onderwerpen waar we graag informatie over wilden opzoeken waren storytelling, engagement, trends & ontwikkelingen, en doelgroep & stakeholders. Iris had onderzoek gedaan naar storytelling. Hierin zijn onder andere vragen beantwoord als hoe een goed verhaal in elkaar zit en op welke manieren er allemaal verhalen verteld kunnen worden. Rick had onderzoek gedaan naar engagement. Dit hield in dat hij onderzoek deed naar wat mensen triggert om bijvoorbeeld een applicatie te gebruiken. Saskia had onderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen op het gebied van storytelling. Wendy had onderzoek gedaan naar de doelgroep en naar de stakeholders. Hierin zijn onder andere vragen beantwoord als wie de doelgroep precies is en welke waarden zij hebben.

Voor het fieldresearch hebben we een afweging gemaakt of we voor de interviews op straat, de laddering interviews, de cultural probe of de enquête zouden gaan. Hiervoor hebben we advies gevraagd aan Ruth Delfgaauw. Zij kon ons helpen om de juiste keuze te maken. Hoe kunnen we in de tijd die we beschikbaar hebben zoveel mogelijk nuttige informatie verzamelen? Uit dit gesprek kwam dat we uit een probe waarschijnlijk de meeste en de meest nuttige informatie konden verzamelen. We wilden echter zoveel mogelijk Rotterdammers in ons onderzoek betrekken. Daarbij kwam ook dat we snel resultaten wilden hebben uit ons onderzoek om te kunnen brainstormen voor ons concept. Deze twee redenen zorgden ervoor dat we besloten om geen boekje van onze probe te maken en deze aan een aantal mensen te overhandigen. We kozen ervoor om een online probe aan te maken. We hebben een Facebook groep aangemaakt en hier verschillende Rotterdammers voor uitgenodigd. De Rotterdammers die in deze groep zaten verschilden van leeftijd. Er zaten mensen van 19 tot ongeveer 55 jaar in de groep. Hierdoor kregen we informatie van verschillende typen gebruikers. In de Facebook groep hebben we verschillende opdrachten geplaatst, vragen gesteld en verhalen geplaatst.

Vervolgens hebben wij gebrainstormd en de resultaten van het onderzoek onder de loep genomen. Naar aanleiding van onze brainstormsessie kwamen wij op een concept die verweven was met de onderzoeksresultaten.

In het blog onder de categorie ‘Onderzoek’ is het gehele onderzoeksproces te vinden.

 

Welke vernieuwende oplossingen hebben jullie gebruikt en welke inzichten uit onderzoek gaven daar aanleiding toe?

Niemand van ons had ooit een online probe uitgevoerd. Rick had sowieso nog nooit eerder een probe uitgezet en de rest had tot nu toe alleen een probe in de vorm van een boekje gemaakt. Wat dat betreft hebben we allemaal een nieuwe onderzoeksmethode gebruikt. Een onderzoeksmethode die buiten onze comfortzone ligt. We hebben wel een aantal inzichten hieruit gekregen, maar we zijn allemaal van mening dat we het uitzetten van deze online probe niet optimaal hebben uitgevoerd. We hebben direct een groep aangemaakt en eigenlijk random verhalen geplaatst en vragen gesteld. Achteraf hadden we beter vooraf kunnen nadenken wat we allemaal in de groep wilden zetten en wat we graag over de doelgroep zouden willen weten. Wat we merkten is dat men niet wist wat ze moesten met de verhalen die gepost werden. Men heeft hier niet echt op gereageerd, waardoor we hier niet echt goede informatie uit hebben kunnen halen. De vragen die gesteld werden, werden beter ontvangen. De vragen waren in de vorm van een poll. Dit is een lage drempel om te beantwoorden. Men hoeft alleen een antwoord aan te vinken. Ondanks dat we wel antwoorden op deze vragen kregen, hadden we nog geen dieper liggende informatie. Deze hebben we uiteindelijk deels nog ontvangen door de mensen persoonlijk aan te spreken waarom ze voor een bepaalde keuze zijn gegaan. Deze vraag werd dan ook nog beantwoord, waardoor we nog wat extra informatie kregen. We baalden echter wel dat de probe niet is uitgepakt zoals we hadden gehoopt. Het bleek ook niet volledig duidelijk waar we de resultaten voor zouden gebruiken. Dit zou ook een reden kunnen zijn dat men niet op alle vragen en verhalen heeft geantwoord.

Gelukkig hadden we toch nog een aantal inzichten uit de probe kunnen halen. Allereerst hadden mensen behoefte aan informatie over de kleine evenementen en gebeurtenissen. Er werd aangegeven dat de grotere evenementen wel duidelijk worden aangekondigd, maar dat ze de kleine evenementen vaak juist zo leuk vinden en daar lang niet altijd van op de hoogte zijn. Wat ook werd aangegeven is dat men vrolijk wordt van de kleine dingen in het leven. Dit zijn ook de momenten die de dag van mensen maakt. Vrolijke gebeurtenissen beïnvloeden hun dag meer dan vervelende gebeurtenissen. Wat ook naar voren kwam is dat men een verhaal het liefste ontvangt door een combinatie van verschillende elementen, zoals tekst, foto, video en muziek. Dit kwam doordat een foto meer dan woorden zegt en omdat muziek emotie aan een verhaal toevoegt. Een andere manier waarop men graag verhalen ontvangt is face-to-face. Men voelt zich het meest verbonden met een verhaal wanneer ze zich persoonlijk konden inleven in het verhaal. Een andere manier waarop men zich verbonden voelt is wanneer ze zelf een vergelijkbare ervaring hebben gehad of wanneer het verhaal ze inspireerd. Als laatste gaf men aan dat ze hun telefoon met name uit verveling pakken.

Dit is allemaal verwerkt in ons concept/applicatie. Kleine evenementen en positieve verhalen worden aangekondigd in de applicatie door middel van foto/video/muziek en een klein gedeelte tekst. De verveling pakken we aan door de aankondiging van een klein evenement in de buurt.

Multidisciplinair weken

Hoe zijn alle rollen in het team optimaal en zichtbaar ingezet in het proces?

Wij hadden al vroeg in het proces de rollen verdeeld in het team. Twee rollen waren voor de hand liggend. We hebben bijvoorbeeld onze MT`er Rick die de prototypes zou maken en daarnaast hebben we Wendy onze Communicatie en Digitale Media student die zich op een communicatieplan heeft gericht. Iris en Saskia zijn beide CMD studenten en hebben de rollen Visual en Interaction designer verdeeld. Iris was dus de Interaction Designer en Saskia de Visual designer. Doordat de rollen zo duidelijk waren voor iedereen konden we ze ook optimaal gebruiken voor ons team. Iedereen heeft zich echt aan zijn eigen rol gehouden, maar dat ging weer niet ten koste van de agyle samenwerking. We konden elkaar goed feedback geven waardoor iedereen zichzelf kon verbeteren in zijn/haar rol. Ook verliep de communicatie optimaal wat ervoor zorgde dat iedereen zijn inbreng kon geven. Ondanks dat iedereen zijn eigen rol had, was iedereen betrokken.

 

Hoe komt ieders inbreng terug in de eindoplossing?

Alle disciplines in het team zijn goed tot hun recht gekomen. Iedereen heeft bijgedragen aan het concept en het proces van concept tot eindoplossing. In de eindoplossing hebben de CMD’ers al het visuele gerealiseerd. Dit betekent dat zij onder andere hebben bepaald wat de beste posities zijn voor de verschillende onderdelen, wat de beste kleuren zijn voor de verschillende situaties en momenten en welke afbeeldingen bij het concept passen.

De bijdrage van de MT’er is vooral te vinden in de uitwerking van het prototype. Binnen het prototype zijn bepaalde ontwikkelafwegingen gemaakt en is rekening gehouden met de flow van de eindoplossing.

De CDM’er heeft ervoor gezorgd dat de eindoplossing echt ingezet kan worden met onder andere een communicatieplan. Onderdelen van dit plan zitten ook verwerkt in de eindoplossing in bijvoorbeeld het beloningssysteem.

Door ieder zijn inbreng zijn wij tot een goede eindoplossing gekomen.

 

Wat ging goed? Wat had beter gekund?

Iedereen was altijd heel erg op de hoogte van wat iedereen aan het doen was. Zo konden we dus goed op elkaar inwerken. Er werd vaak aan elkaar gevraagd hoe het met het werk ging en wat degene aan het doen was. Zo konden we goed op elkaar inspelen en agyle te werk gaan. We lieten ons werk veel aan elkaar zien en gaven dan feedback op elkaar.

Een aantal weken nadat we het concept hadden bedacht zaten we niet meer helemaal op één lijn. Iedereen had verschillende visies op het concept en we begrepen elkaar even niet meer zo goed. We hebben het concept hierna weer goed met elkaar besproken zodat we van elkaar weer precies wisten hoe alles zat en dat iedereen weer dezelfde visie had op het concept.

 

Professionaliteit

Hoe verliep het contact met alle betrokkenen (o.a. opdrachtgevers en partners, klanten, doelgroep / gebruikers)?

De contactmomenten met de opdrachtgever zijn voor ons voldoende geweest om al onze vragen beantwoord te krijgen. Vooraf wisten we niet goed wat we konden verwachten van de opdrachtgever, maar achteraf was de feedback op ons concept erg positief. De opdrachtgever kon ons opbouwende feedback geven en gaf ons vraagstukken waar wij ons in konden verdiepen.

In de probe hebben we een poging gedaan om de doelgroep aan te spreken. Dit is deels geslaagd, maar we hebben daarbij niet de hoeveelheid reacties gehad waar we op hadden gehoopt. Onze aanpak hierbij had waarschijnlijk wat meer voorbereiding nodig. Wel zijn wij geslaagd om juiste onderzoeksresultaten te krijgen.

 

Hoe hebben jullie elkaar aangesproken op houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding? Wat waren kenmerkende momenten daarvoor? Geef voorbeelden.

Iedereen is heel erg eerlijk geweest tegen elkaar. Regelmatig werd aan elkaar gevraagd waar iedereen mee bezig was. Onenigheid kon op sommige momenten wat langer aanhouden, maar daarbij probeerde wel iedereen te achterhalen wat het probleem was. Vooral met het concreet krijgen van het concept probeerde iedereen bij elkaar te achterhalen wat de visie was van dat teamlid en daarbij hebben we doorgevraagd totdat we allemaal op één lijn zaten.

Qua houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding was van iedereen erg goed. Iedereen heeft de gehele periode een goede instelling gehad. Dit kwam mede doordat we elkaar van tevoren hadden uitgekozen als groep omdat wij op dezelfde lijn zaten. Er was af en toe onenigheid maar dit kwam merendeel vanwege miscommunicatie. Dit werd altijd snel verholpen door met elkaar te blijven praten en eerlijk te zijn. De feedback werd bij iedereen goed ontvangen.

 

Wat ging goed? Wat had beter gekund?

Iedereen zat op één lijn en deed zijn werk uitstekend. Op houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding is niets op aan te merken. Wij spraken twee keer per week met zijn allen af waardoor er goed gecommuniceerd werd.

Er waren twee punten die beter hadden gekund, namelijk het op tijd aangeven van het niet kunnen opdagen of iets niet af kon zijn en ieder zijn visie over het concept had beter gecommuniceerd kunnen worden. Deze twee punten nemen wij ook mee in ons leerproces. Als je elkaar niet begrijp, zorg er dan voor dat je blijft praten met elkaar zodat iedereen elkaar begrijp. Dit hebben wij ook gedaan, maar toch bleef dit een lastig punt. Het op tijd aangeven over een bepaalde situatie nemen wij ook mee als leerpunt.

Al met al hebben wij een geslaagde periode achter de rug waarbij de samenwerking optimaal verliep zonder enorme moeilijkheden.